Begroting 2019

Financiering

Algemeen

De uitgaven en inkomsten van de gemeente gaan in de tijd niet gelijk op. Soms leent de gemeente geld om tijdig betalingen te kunnen verrichten en soms heeft ze tijdelijk overtollige liquide middelen. Al deze geldstromen lopen via de treasuryfunctie, die de gemeente bij de Bedrijfsvoeringsorganisatie West-Betuwe (BWB) heeft ondergebracht.

De uitvoering van de financieringsfunctie vindt plaats binnen de kaders die in de Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido) zijn vastgelegd. In deze wet zijn regels opgenomen voor de inrichting en uitvoering van de treasuryfunctie bij de decentrale overheden. Op basis van deze regelgeving heeft de gemeente twee belangrijke instrumenten op het gebied van de treasury: het treasurystatuut en de financieringsparagraaf.
In het treasurystatuut staan de spelregels en verantwoordelijkheden voor een goede uitvoering van de treasuryfunctie. Dit statuut is geschreven om zo veel mogelijk de financiële risico’s te beperken.
In de financieringsparagraaf komt het concrete beleid aan de orde. In de financieringsparagraaf bij de begroting ligt de nadruk op de plannen voor de toekomst en in de financieringsparagraaf bij de jaarrekening ligt de nadruk op een verantwoording van het afgelopen jaar.

Rentevisie

Bij het nemen van beslissingen om geldmiddelen aan te trekken, is het van belang dat de actuele ontwikkelingen op de geldmarkt en de kapitaalmarkt nauwlettend worden gevolgd. Als informatiebronnen zijn de financieel-economische berichtgevingen uit Het Financieel Dagblad gebruikt, evenals het wekelijks economische beeld van de huisbankier BNG Bank (Bank Nederlandse Gemeenten) en de rentevisies van andere (grote) financiële instellingen.
Op basis van deze visies kan in het algemeen het volgende over de rentevisie worden opgemerkt (stand van zaken medio augustus 2018).
De monetaire verruimingsmaatregelen van de Europese Centrale Bank (ECB) hebben er in de afgelopen jaren toe geleid, dat zowel de korte rente als de lange rente is gedaald. Medio 2017 heeft de ECB besloten de verruimingsmaatregelen stapsgewijs af te bouwen. Het afbouwen heeft er echter – in tegenstelling tot de verwachtingen – niet toe geleid dat de ECB haar rente heeft verhoogd.
De verwachting is dat de ECB de rente pas in tweede helft van 2019 gaat verhogen, al denken analisten er nog wel verschillend over in welke periode dit zal gaan gebeuren. Dit betekent dat de voorspelling voor medio 2019 voor de tienjaars staatslening varieert van 0,90 tot 1,10 procent. Op dit moment bedraagt deze rente 0,436 procent.
Voor de korte rente is als meetpunt de driemaands Euribor aangehouden. De verwachting is dat dit percentage nog geruime tijd negatief zal blijven, hoewel het percentage in de loop van 2018 licht is opgelopen en dus minder negatief is geworden. De verwachting voor de korte rentepercentages voor medio 2019 varieert van -0,300 tot -0,200 procent. Op dit moment bedraagt de driemaands Euribor -0,319 procent.

Koersrisico

De Wet financiering decentrale overheden beperkt de koersrisico’s bij beleggingen in aandelen. De wet staat uitzettingen in de vorm van aandelen, anders dan het deelnemen in ondernemingen, uit hoofde van de publieke taak niet toe. De gemeente beschikt niet over aandelen van beursgenoteerde ondernemingen en loopt als zodanig geen risico’s. De gemeente deelt in het aandelenvermogen van BNG Bank en indirect in de aandelen Eneco (energieleverancier), Alliander (netwerkbeheer), Stedin (netwerkbeheer) en Vitens. Het risico op waardeverlies van deze aandelen is zeer beperkt.

Kredietrisico
Kredietrisicobeheersing richt zich op de kredietwaardigheid (en dus het risicoprofiel) van de tegenpartijen bij financiële transacties. Kredietrisico’s kunnen zich op twee manieren manifesteren. Om te beginnen is er het directe risico. Dit risico doet zich voor wanneer de gemeente geldmiddelen uitzet (verstrekte geldleningen en beleggingen). Gelet op de bepalingen in de Wet schatkistbankieren zijn nieuwe externe beleggingen niet meer mogelijk en kunnen geldmiddelen alleen nog maar bij de rijksoverheid of bij andere decentrale overheden worden uitgezet.
Daarnaast is er het kredietrisico. Dit risico doet zich voor wanneer de gemeente aan lokaal opererende organisaties leningen en garanties verstrekt of afgeeft . Het grootste onderdeel van de verstrekte garanties is de achtervangfunctie voor de woningcorporaties en de particuliere woningbouw. Daarbij wordt de gemeente pas aangesproken als de sector zelf en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw hun verplichtingen niet nakomen.

Kasbeheer

Geldstroombeheer

De geldstromen lopen hoofdzakelijk via BNG Bank. De gemeente werkt met een liquiditeitsprognose die eens per kwartaal wordt geactualiseerd. De grootste onzekerheden ten aanzien van inkomende en uitgaande geldstromen volgen uit de grondexploitatie en investeringen in infrastructurele projecten.

Schatkistbankieren

De Wet schatkistbankieren schrijft voor dat overtollige middelen dagelijks naar een rekening van het Rijk worden afgeroomd. Het ministerie van Financiën heeft een maximumbedrag vastgesteld dat op de rekening-courant van de eigen bank mag blijven staan. Een decentrale overheid mag dit bedrag dus dagelijks, over een heel kwartaal bezien, buiten de schatkist aanhouden. Dit maximumbedrag is vastgesteld op 0,75 procent van het begrotingstotaal. Voor de gemeente West Betuwe houdt dit in dat het saldo op de rekening courant dit naar de schatkist wordt afgeroomd wanneer het hoger is dan € 924.000.